Vlinderslag

‘n Nachtvlinder uit ‘t dorp Beneden Sas

Vloog laag over een grote waterplas

Raakte het water, ‘t was een hard gelach

Moest toen naar de kant met de vlinderslag.

 

 

 

Kleurpotloden

Een doos met zeven kleurpotloden uit Luttelgeest

Waren een keer bij de puntenslijper langs geweest

Ze zaten er met de billen samengeknepen

Want de ouwe puntenslijper was zo geslepen.

 

 

 

Smaak

Over smaak valt niet te twisten

Alsof we dat nog niet wisten

Maar mijn smaak is onomwonden

Daarmee heb ik jou gevonden.

 

 

 

Intellectueel

Soms kletsen mensen maar wat, lang en heel erg veel

En voelen zich daardoor dan intellectueel

Praten over Mozart, Händel, Bach ongestoord

Hebben van hun schilderijen nog nooit gehoord.

 

 

 

Voetbalfans

De voetbalfans worden dit weekend aardig op de proef gesteld

Bij teveel lawaai mag er geen publiek meer komen op het veld

De minister wil de spreekkoren stevig aan banden leggen

In het stadion mag je wel app’en, maar verder niets zeggen.

 

 

 

Strafblad Corona

Voor een minister met een strafblad kennen we geen respijt

Schelden daarom strafbladen van coronagevallen kwijt

Een Minister van Justitie zonder smet op z’n blazoen

‘s Landseer is gered, dank deze regering voor haar fatsoen.

 

 

 

André Hazes (1951-2004)

Zestien jaar geleden en je ‘Vlieger’ gaat nog steeds op

Met ‘Wij houden van Oranje’ stond ‘t land op z’n kop

Je was geen ‘Kleine jongen’, ‘Zeg maar niets meer’, alsjeblieft

We zijn op André Hazes nog steeds ‘Een beetje verliefd’.

 

 

 

Herfst

Vallen de blaadjes van de bomen

Zal het slechte weer spoedig komen

De blaadjes leggen zich er bij neer

Einde van een cyclus keer op keer.

 

 

 

Recept

De dokter gaf me ‘n recept

Waar je niet zoveel aan hebt

Twee ons bloem, melk en ‘n ei

Daar kon ik met de pet niet bij.

 

 

 

Pijpendans

Ze wou ‘m behouden, deed alles wat ‘ie zei

Een glimlach om z’n mond, stemde haar al blij

Danste naar zijn pijpen, ‘t einde dat was zoek

‘t Was ook verdomde lastig in ‘n korte broek.

 

 

 

Hengstenbal

De ballen hielden hengstenbal

De meiden gingen voor ‘t gelal

Liepen er heupwiegend in ‘t rond

Met paardenbloemen in de mond.

 

 

 

Foto Hissink. V.l.n.r. Dick Schneider, Ben Halle, Wietse Veenstra en Gerrit Niehaus.

Leo Halle (1906-1992)

De Leeuw van Deventer, Leo Halle

Stopte als keeper d’ nodige ballen

Het Nederlands elftal met hem op doel

Ging menig tegenstander op z’n smoel.

 

 

 

De struisvogel en de mol

De struisvogel dacht er is niets aan de hand

‘k Steek bij die bult gewoon m’n kop in het zand

De mol daarentegen die schrok zich een deuk

Klaagde d’ struisvogel aan voor huisvredebreuk.

 

 

 

Gezichtsbedrog

Leentje die kwam aangekropen

Lotje dacht die is bezopen

Leentje zei: “‘k Heb m’n voet verzwikt”

Lotje dacht, ‘k ben toch niet getikt.

 

 

 

Botervloot

Oh, oh botervloot

Die in de lach schoot

Toen het roggebrood

Naar de boter floot.

 

 

 

Muntthee

Er was eens een vrek van een heer uit Schragen

Die had erg goede munt uit thee geslagen

Vriendelijkheid was hem echter niet gegund

Hij had het meer op ‘t grote geld gemunt.

 

 

 

Hoelahoep

‘k Zag haar staan bij mij thuis op de stoep

Heupendraaiend in ‘n hoelahoep

Ze bewoog soepel en gracieus

Kreeg van haar het lid op de neus.

 

 

 

 

Houten been

De soldaten van de Koning hadden allen een houten been

Daar liepen ze mee door bossen en over menig slagveld heen

Was de vijand verslagen, lag er geen gevaar meer op de loer

Dan roffelden de soldaten met d’houten beentjes op de vloer.

 

Vrij naar het Groot Sprookjesboek van Godfried Bomans.

 

 

 

Pentekening van Wouter Hoogendijk.

Wals

We dansten in driekwarts maat

Jij in een zijden gewaad

‘k Was die dag wat slecht ter been

Je walste zo over me heen.

 

 

 

Dweilen

‘t Was dweilen met de kraan open

Je kon over ‘t water lopen

Jezus Christus wat een zegen

Je kwam er slechts één man tegen.

 

 

 

Uitgevist

Visserman om den brode

Gezin in grote node

De oude visserman zweeg

De korven wederom leeg.

 

 

 

Wolken

Spring op de wolken, ga met me mee

Drijf met de wind en waai richting zee

Voel als een vogel vrij in de lucht

Geniet van ‘t leven in vogelvlucht.

 

 

 

Liefde

Roos had gevoelens voor Koos

Koos koos voor de zus van Roos

Had Koos voor Roos gekozen

Dan zat Roos nu op rozen.

 

 

 

‘t Appeltje

Voor je neus hangt een vette worst

Dat is’t appeltje voor de dorst

Het wordt een deel van je leven

Appeltje weg, dorst gebleven.

 

 

 

Kuiten

De burgemeester van Egmond Buiten

Had ongelooflijke strakke kuiten

De vrouwen van Egmond Buiten in koor

Trokken door ‘t hele dorp een slakkenspoor.

 

 

 

Schoenlapper

Een schoenlapper uit Tholen

Die lapte halve zolen

‘t Eiland is d’r mee gevuld

Dat is niet schoenlappers schuld.

 

 

 

 

Grapperhaus

Grapperhaus ging op z’n huwelijksfeest door een Coronadal

Bracht hiermee het volk en de rechtsorde behoorlijk ten val

De minister president heeft hem echter plechtig beloofd

Ik hou jou de hand anderhalve meter boven het hoofd.

 

 

 

Opa Tinus

Opa Tinus vertelde de meest prachtige verhalen

Had zelfs in de kookpot gezeten bij de kannibalen

Hij hing aan lianen, d’apen lachten zich de kolere

Op de Noordpool sneeuwballen gegooid met zeven ijsberen.

 

 

 

Bruine bonen

Lieve schat, vlei je neer en kom hier in m’n armen

Leg je hoofd in m’n schoot en luister naar m’n darmen

Daar speelt een symfonie van twee ons bruine bonen

Met een crescendo van lage naar hoge tonen.